Appreciative Inquiry

Appreciative Inquiry

Appreciative Inquiry (AI) (Cooperrider en Whitney, 2005) staat voor ‘waarderend onderzoeken’. Het is een veranderfilosofie die vertrekt vanuit de idee dat een systeem zich positief ontwikkelt wanneer mensen gezamenlijk onderzoeken wat er werkt binnen het systeem en wat ze graag willen bereiken voor de toekomst. Ze kunnen dan manieren zoeken om te focussen op sterktes en bestaande successen uitbouwen om zo de gewenste toekomst te realiseren. In tegenstelling tot de probleemgerichte benadering zoekt AI naar sterktes, betekenisvolle verhalen en ervaringen rond een thema dat leeft in een team, een organisatie, vereniging ... Dit zijn momenten dat mensen het gevoel hadden met het beste van zichzelf een bijdrage te kunnen leveren. Het zijn uitdrukkingen in vele vormen van datgene dat ‘leven brengt’ en als het ware bezielt. Deze waarderende focus op ‘dat wat werkt’ en ‘leven brengt’ verdiept de connectie tussen mensen en levert positieve energie en verbeeldingskracht op om samen toekomst te maken.


Bij AI als veranderperspectief staan twee elementen centraal. Eerst en vooral richt AI zich op datgene wat werkt en energie geeft. Door een positieve basis te identificeren en deze te versterken, ontwikkel je de toekomst die je zou willen zien. Dit is het waarderende (appreciative) aspect. Waarderen betekent noch­tans niet enkel ‘positief’. Werken met ‘wat er is’ betekent dat ook negatieve aspecten een plaats krijgen. Maar de focus ligt op ‘wat je wil’ en niet op ‘wat je niet wil’. Zo wordt bij een slipcursus bijvoorbeeld ook aangeleerd dat je, om ergens niet tegen te botsen, niet moet kijken naar het punt dat je wil vermijden, maar net naar het punt waar je heen wil. Bij AI wordt gekeken naar situaties waar de gewenste situatie in het klein al aanwezig is. Vanuit die kiemen wordt de toekomst verder uitgebouwd (Tjepkema & Verheijen 2012; Cooperrider & Whitney 2005; Kabalt & Tjepkema 2012).


Het tweede aspect is dat van onderzoek (inquiry). AI wil verandering in een groep of organisatie creëren via dialoog en onderzoek, namelijk door het stellen van vragen en het tonen van oprechte nieuwsgierig­heid naar de ander. Deze dialoog en het delen van ervaringen versterkt bovendien onderlinge relaties en vertrouwen. AI is dus een gezamenlijk proces van onderzoeken, leren en ontwikkelen. Het is een co-creë­rende aanpak waarbij de kennis in de groep gebruikt wordt om verandering en vernieuwing vorm te geven. AI heeft dus een participatief en geen hiërarchisch karakter. Ieders verhaal is waardevol. Tot slot is het een generatief proces dat via improvisatie en experiment verloopt. Niet planmatig, maar ontwikkelgericht. Na iedere stap volgt reflectie en onderzoek waarna de volgende stap wordt vormgegeven. Onderzoek en actie wisselen elkaar af. Deze combinatie van het waarderende en onderzoekende aspect maakt AI zo waardevol (Tjepkema & Verheijen 2012; Kabalt & Verheijen 2012).

 



 

Bij een AI traject worden verschillende fasen doorlopen om een het proces van verandering op gang te brengen. De cyclus van waarderend onderzoek bestaat uit 4 fasen: discovery (verkennen), dream (ver­beelden), design (vormgeven) en destiny (verwezenlijken). Deze 4 fasen worden voorafgegaan door een voorbereidende fase voor het bepalen van een positief thema: definition (verkennen).

Menselijke organisaties ontwikkelen in de richting van de thema’s die we onderzoeken en aandacht geven. Wanneer we verandering op gang willen brengen, is het dan ook belangrijk deze verandering te koppelen aan de positieve kernkrachten die in de organi­satie aanwezig zijn. Tijdens een AI-proces wordt de toekomst gebouwd op deze positieve kernkrachten van de organisatie. De positieve kern is dus het hart van een AI-proces. Het vormt de start en het eindpunt van een waarderend onderzoek.


De startvraag van een AI proces is: hoe kunnen we wat vandaag al werkt nog versterken?


De eerste, voorbereidende fase is die van definition (verkennen). Tijdens deze fase wordt het centrale thema of ‘affirmative topic’ van het onderzoek bepaald. Dit is de focus van het onderzoek. Het is dus van belang dat die positief geformuleerd wordt. In plaats van te focussen op problemen, zoeken we naar iets waarrond verbinding kan ontstaan. Er wordt gezocht naar datgene wat leven geeft aan een organisatie. De deelnemers onderzoeken wat zij het meest waarderen binnen de organisatie, welke elementen energie geven aan de organisatie wanneer zij het meest succesvol is, en welke factoren mogelijkheden bieden voor een nog succesvollere organisatie.

Een goede affirmative topic is bevestigend geformuleerd, drukt verlangen uit, werkt verbindend, wekt enthousiasme op en weerspiegelt waar men heen wil. De woorden die gekozen worden zijn essentieel: words create worlds. Ze hebben een grote impact op wat gedeeld wordt, wat geleerd wordt, en waar de organisatie heen gaat met het onderzoek (Cooperrider & Whitney 2005).


De keuze van het centrale thema is het startschot voor het AI proces door de toepassing van de 4D-cyclus. De 4D-cyclus is een manier om toegang te krijgen tot de positieve kern binnen een organisatie, en deze te activeren. De positieve kern loopt doorheen de verschillende fasen van een waarderend onderzoek.         

Tijdens Discovery of Verkennen wordt gezocht naar de positieve kern binnen een organisatie. De proces­sen die goed werken worden blootgelegd en de beste ervaringen rond het centrale thema worden gedeeld. In deze fase wordt gewaardeerd wat goed loopt. Dit gebeurt via het vertellen van verhalen, het delen van ervaringen en goede praktijken. Op die manier worden de bouwstenen of het DNA voor succes naar boven gehaald. Dit creëert bovendien een gedeeld begrip van de mogelijkheden van de organisatie en versterkt het zelfvertrouwen. Vertellen en verbinden staan in deze fase centraal.

Tijdens Dream of Verbeelden staat men stil bij successen en wat men waardeert. Dit leidt tot nadenken over de toekomst: hoe kunnen deze successen uitgebouwd worden en wat kan allemaal bereikt worden? In deze fase gaan deelnemers verbeelden wat mogelijk is in de toekomst en een gewenste toekomst uit­tekenen. Deze gedeelde toekomstdroom versterkt de positieve kern en overstijgt de huidige situatie door een betere toekomst te visualiseren. De Droomfase is er dus op gericht het potentieel van de organisatie uit te breiden. Toch is dit toekomstbeeld ook gegrond in de geschiedenis van de organisatie. Het is immers gebaseerd op verhalen en uitzonderlijke momenten uit het positieve verleden van de organisatie. In deze fase staan verbeelden en visualiseren centraal.

 

In de fase Design of Vormgeven wordt een concreet toekomstbeeld ontworpen, gebaseerd op de gemeenschappelijk gecreëerde droom. Deze droom, het grootste potentieel van de organisatie, wordt weerspiegeld in de structuur van de organisatie. De sociale architectuur van de organisatie wordt bepaald, zodat de droom belichaamt wordt in alle activiteiten. Het plannen en ontwerpen van wat men wil bereiken staat centraal in deze fase. Er worden ambities geformuleerd en er wordt vastgelegd waar men binnen een bepaalde tijd wil staan.

Tijdens de laatste fase Destiny of Verwezenlijken worden concrete acties en projecten opgezet om de geformuleerde ambitie waar te maken en het voorgestelde design te implementeren. Er wordt besproken wat ieder kan en zal doen om bij te dragen aan het verwezenlijken van de gemeenschappelijke droom. Elke deelnemer wordt uitgenodigd om zijn of haar interacties af te stemmen op het co-creëren van de toe­komst. Deze fase draagt een groot potentieel voor innovatie in zich. Een ‘waarderend perspectief’ wordt geïntegreerd in alle systemen, procedures en werkwijzen van de organisatie. De Destiny-fase is een con­tinu proces van leren, aanpassen en improviseren om de gedeelde doelen en idealen te bereiken. Deze fase leidt opnieuw naar het begin van de cyclus: Discovery. Tijdens dit proces kunnen immers nieuwe ‘affirmative topics’ opduiken en nieuwe dialogen en onderzoeken kunnen worden opgestart zodat het ver­anderproces blijft voortduren. Het AI-proces moet dus beschouwd worden als een cyclisch proces.


Samenvattend kunnen we besluiten dat AI een proces, een methodologie, maar ook een filosofie voor verandering is. Het is een proces om mensen te betrekken in het voortbrengen van positieve verandering. Het is een onderzoeksmethode om te bepalen welke belangrijke drijfveren en fundamenten reeds aanwe­zig zijn en dus maximaal resultaat kunnen opleveren. Via dialoog, waarderende interviews, face-to-face gesprekken en generatieve conversaties wordt het beste uit het verleden naar boven gehaald. En het is een filosofie om te leren over wat werkt en wat energie geeft. AI heeft een belangrijk generatief effect. Dit wil zeggen dat positieve beelden nieuwe energie en ideeën genereren. AI zet mensen in beweging en zet aan tot actie. Daarnaast heeft AI ook een heliotropisch effect. Het gaat uit van het idee dat menselijk gedrag zich oriënteert in de richting van het realiseren van een ideaal, net zoals planten zich richten naar de zon.

Share by: