Design Thinking

Design Thinking

Design Thinking is een mindset, een manier van denken waarbij de mens centraal staat, vertrekt vanuit mogelijkheden en gericht is op innovatie. Design thinking stimuleert creativiteit en nieuwsgierigheid. Het vertrekt vanuit een oprechte nieuwsgierigheid door te onderzoeken en te experimenteren.

Design thinking heeft zich laten inspireren door hoe designers problemen oplossen. Design thinking is een mensgerichte benadering voor innovatie die gebruik maakt van de toolkit van designers om 3 elementen te integreren:

·      Behoeften van mensen

·      De mogelijkheden van technologie

·      De vereisten voor succes in je business

De laatste jaren wordt design thinking meer en meer gebruikt voor de aanpak van wicked problems. Wicked problems zijn dynamisch, te bekijken vanuit verschillende perspectieven, geen causaal verband, we weten niet waar we uitkomen. Deze principes vind je ook terug bij design thinking. We vertrekken vanuit de klant (zij die gebruik maakt van de dienstverlening) en zijn behoeftes dit lijkt een langzaam proces en vergt geduld. Door kleine zaken uit te testen en onmiddellijk bij te sturen, boek je snel kleine successen en leer je dus sneller. Fouten maken mag, leren = fouten maken.

Samen in co-creatie, proces staat centraal, niet resultaat. Mensen worden meer wendbaar en kunnen makkelijker omgaan met veranderingen.

a.      Empatize (divergeren)


Wat is de behoefte? Wat is het probleem en hoe wordt dit ervaren door stakeholders? Leer je klant kennen (waarden, behoeften, wensen, beleving,…) door op onderzoek te gaan vanuit oprechte interesse en nieuwsgierigheid.

o  Loslaten eigen referentiekader

o  Niet oordelen, wel luisteren

o  LSD (verhalen, goed gesprek ipv interview)

o  Bewust worden van patronen en deze blootleggen

o  Naïeve nieuwsgierigheid

o  Participatief onderzoek, zelf ervaren

o  Observeren (geen analyse)Nieuwe alinea

b.      Define (convergeren)


Je brengt structuur aan in de chaos door een definitie op te maken van het probleem. Je zorgt voor focus en afbakening van de probleemstelling. Bv. Door gebruik te maken van een empathy map of klantenreis.

c.      Ideate (divergeren)


De ideeënvormingsfase heeft als doel komen tot zo veel mogelijk ideeën. Het moet je toelaten om out of the box ideeën te formuleren zonder oordeel (realiseerbaar, haalbaar, realistisch, betaalbaar,…). Als facilitator zorg je ervoor dat elk idee telt en dat iedereen gelijk is. Je zorgt voor inspiratie en tempo. Je kan dit doen door brainstormsessie te organiseren bv. Hybride brainstormen = individueel en in groep.


Samen maak je keuzes en probeer je de beste ideeën te selecteren. Je doet dit door ideeën opnieuw te structureren.

o  Clusteren

o  Ordenen (welke raakvlakken zijn er tussen de verschillende ideeën?)

o  Reflecteren (sterktes/zwaktes)

o  Kiezen (bv. door stickers)


d.      Prototype (convergeren)


Prototype betekent experimenteren. Het prototype moet niet af zijn, het moet enkel enkele elementen bevatten die je graag wil uittesten. Werk het concept niet volledig uit wat dat is verloren energie, je mag immers fouten maken, het prototype moet niet perfect zijn.



e.      Testen


o  Je moet niet te veel vertellen

o  Laat de ervaring voor zich spreken

o  Vergelijk (vergelijkingsgroepen)

o  Start laagdrempelig door te testen bij  vrienden/collega’s

o  Nadien weerspiegeling doelgroep

o  Welke stakeholders?

o  Wat test je? Welke vragen stel je? Waar wil je feedback over?

Voor meer informatie verwijzen we graag door naar 'Aan de slag met Design Thinking - Floot'

terug naar overzicht
Share by: