Systeembewust 2

Complex adaptieve systeemtheorie

Wicked problems ontstaan binnen en tussen systemen. Om wicked problems goed te kunnen begrijpen hebben we nood aan zicht in systeemdynamiek. Wat leeft er tussen de systemen en in de systemen zelf.

Systeemdenken is denken vanuit het idee dat systemen invloeden hebben op elkaar, er is interactie tussen systemen en elementen van het systeem.

Er zijn veel systeembenaderingen die ook aansluiten bij een beheersbare wereld. Wij kiezen hier voor een dynamische systeembenadering. ‘Complex adaptieve systeemtheorie’

CAS vertrekt vanuit complexiteit en chaos tussen de systemen, het onvoorspelbare en toeval. Dit sluit het beste aan bij onze definitie van wicked problems.

Bron: Wicked World, Systeeminnovatie voor complexe vraagstukken, K.Van Berkel en Anu Manickam, Noordhoff Business, 2019.

Wat betekent systeemdynamiek binnen CAS?

  • Elk systeem heeft andere systemen in zijn omgeving
  • En deze beïnvloeden elkaar – altijd micro/meso/macro
  • De samenhang van de systemen en de elementen binnen de systemen zijn belangrijk om te bestuderen.
  • Escalatie is altijd dichtbij
  • Elk systeem is uniek (geschiedenis en context)
  • Veranderen gaat door experimenteren


Oefening :  Je organisatie als levend systeem onder de loep (meso-perspectief)

STAP 1 : identiteit van de organisatie
  • Wat is de geschiedenis van de organisatie? Hoe is zij ontstaan? Vanuit welke noden en behoeften? Vanuit welke visie?
  • Wat zijn omgevingsfactoren die een invloed hebben gehad op de evolutie van de organisatie?
  • Wie zijn stakeholders en hoe kijken zij naar de organisatie? (verschillende perspectieven)
  • Wat zijn patronen en routines van de organisatie? Hoe gaan ze om met veranderingen? Uitdagingen? Wat is de bedrijfscultuur?
  • Wat zijn Impliciete en expliciete regels voor de interactie tss stakeholders?


STAP 2 : sensitiviteit
  • Complexe systeemdynamieken in kaart brengen – Waar liggen knelpunten? Wat is de samenhang tussen de knelpunten? Probeer de systeempatronen (knopen) in kaart te brengen. Wat zijn tegenreacties die opkomen?
  • Drivers of change – Waar liggen de drijfveren van de verandering, waar is het reeds aan het borrelen? (heb aandacht voor micro-meso-macro) – Demografisch, Economisch, Sociologisch, Technologisch, Ecologisch, Politiek om trends in kaart te brengen.
  • Zwakke signalen – welke zwakke signalen liggen op de loer? Ze liggen vaak ver buiten je eigen systeem waardoor ze minder zichtbaar zijn.
  • Attractors of paradigma’s – wat heeft aantrekkingskracht? Wat wordt het meest gezien? Wat vraagt het meest onze aandacht? Wat zijn de dominante verhalen in de samenleving? In welk paradigma leven we vandaag en waar willen we naartoe?


STAP 3 : Responsitiviteit
  • Tot welke Ecosystemen behoort de organisatie? Hoe zien deze eruit?
  • Op welke manier is de organisatie aangepast aan de nieuwe situatie? Welke acties onderneemt de organisatie daarrond?
  • Verschillen die het verschil maken – waarin probeert de organisatie een wezenlijk verschil te maken ten aanzien van andere organisaties, andere stakeholders?
  • Op welke manier neemt de organisatie zijn verantwoordelijkheid om wendbaar te zijn en om te gaan met de complexe uitdagingen die op hen afkomen? Zelforganisatie?
  • Op welke manier wordt er in de organisatie gewerkt aan Veerkracht en duurzaamheid? Dit zowel op organisatie als medewerkersniveau?
overzicht 12 principes
STAP 4 :  Connectiviteit
  • Op welke manier is de manier waarop ze samenwerken met andere stakeholders veranderd?
  • Wat zijn daarin cruciale factoren geweest?
  • Hoe worden netwerken opgebouwd?
  • Op welke manier zijn deze netwerken over de grenzen van de eigen sector heen, over de usual suspects heen?


Share by: